Bodem

Onze bomen groeien in de zachte, rijke spons van de bosbodem. De humuslaag is arm aan nutriënten en kwetsbaar voor uitdroging. Dat willen we verbeteren.

Wat is het?
Hoge zandgrond

De Biesterije ligt op de oostflank van de Rijsserberg. De bodem bestaat hoofdzakelijk uit droge zandgrond. Ze is verzwakt door overbegrazing, mijnbouw, dalend grondwater, stikstof uit de lucht, verzurende boomsoorten en verdichting door bosbouwmachines. 

Een verzwakte bodem kan weinig leven ondersteunen. Onze bomen lopen daardoor risico op verdroging en kunnen dan aan ziektes sterven. Wij moeten de bodem van ons bos versterken. 

Dat doen we op allerlei manieren. Die lichten we hier kort toe.


Wat doen we?
Schaduw op de bodem

De humuslaag in het bos is de levende voedingsbodem voor de bomen. Als bomen in grote vlakken worden gekapt, komt de humus in de volle zon te liggen en sterft ze af.  Gezonde bodem heeft een kroondak nodig.

Daarom is een uitgangspunt voor onze houtoogst selectieve kap: uit het bos worden alleen individuele bomen en kleine groepjes geoogst. Zo blijft de bosbodem beschaduwd en het bodemleven beschermd.

NB: in 2015 hebben we wel een paar grotere kapvlaktes gemaakt. Waarom dat was en hoe we de schade hebben beperkt, lees je hieronder bij 'Meer weten'

Wat doen we?
Intieme menging

Onderzoek wijst uit dat een bos gezonder is naarmate er meer verschillende boomsoorten in staan. Vooral als elke individuele boom opgroeit tussen buren van een andere soort. 

De bosbouw heeft daar geen vakterm voor. Wij noemen het daarom maar 'intieme menging.' We doen dit vooral door bij het kappen van bomen te letten op de soort van de boom en van zijn buren.

Meer over hoe we intieme menging bevorderen


Wat doen we?
Nieuwe boomsoorten

Alle boomsoorten hebben strooisel: bladeren of naalden, stuifmeel, vliesjes en takjes, vruchten of noten of dennenappels. 

In ons bos staan vooral bomen van soorten die zuur strooisel geven. Diezelfde soorten zijn kwetsbaar voor sterfte als we nog meer droge hete zomers krijgen. Dat moet dus anders.

Sinds 2011 planten we daarom nieuwe soorten aan die rijker strooisel hebben, zoals de Amerikaanse tulpenboom. En soorten die beter tegen droge zomers kunnen, zoals de moseik.

Meer over hoe we de diversiteit vergroten


Wat doen we?
Machinepaden

Het leven in de bodem moet kunnen ademen en vocht kunnen vasthouden als een spons. Een gezonde humuslaag is daarom luchtig. Dat geldt ook voor de zandlaag eronder.

Maar voor de houtoogst rijden er sinds circa 1960 zware machines kriskras door het bos, die de bodem platrijden. De bodem herstelt soms pas na tientallen jaren.

Met ingang van 2022 mogen machines daarom alleen nog over vaste routes door het bos. Zo kan 90% van de bosbodem vrij ademen en uitgroeien tot een luchtige, levende spons waarin bomen beter groeien. 

Meer over de machinepaden

Wat willen we?
Lokaal ontschorsen

Bomen slaan in hun bladeren, takken, stam en wortels waardevolle nutriënten op. Wanneer de boom wordt omgezaagd en verkocht, verdwijnt een deel van die nutriënten.  Gelukkig laten we de takken altijd al in het bos achter.

Maar er zitten ook nog nutriënten in de boomstam. En dan vooral in de schors.  De schors gaat nu nog met de boom mee naar de zagerij en zo verdwijnen de nutriënten nodeloos uit het bos.

Daarom willen we bij de volgende oogst dat de stammen ter plekke worden ontschorst. Dat kan machinaal. Liefst meteen daar waar de boom wordt omgezaagd.

Meer over ontschorsen

Wat doen we?
Kleine kapgaten

Soms kappen we om economische of ecologische redenen op iets grotere schaal dan één boom of een groepje bomen. 

Voor een dergelijk 'kapgat' hanteren we nu een maximale doorsnee van twee boomlengtes, dat is 40-60 meter. Dit beperkt de uitdroging van de bodem en bevordert een gemengde verjonging.

NB: in 2015 hebben we op een paar plekken van deze stelregel afgeweken (zie hieronder bij 'Meer weten').

Wat doen we?
Natuurlijke verjonging

Als we ergens hebben gekapt, planten we die ruimte niet meteen weer vol. Waarom? Omdat het niet efficiënt is en omdat de natuur het heel goed zelf kan.

Het bos barst van de zaden en noten die klaar liggen om uit te komen zodra er meer licht op de bodem komt. Meestal schiet er vanzelf een gemengd nieuw bosje op.

We laten de boompjes het onderling uitvechten, of we geven bepaalde boomsoorten een steuntje in de rug door ze vrij te stellen. Dat is bijna altijd voldoende.

Meer weten

Waarom we in 2015 toch 2 hectare hebben gekapt

In 2015 hebben we met een grondruil 2 hectare verwaarloosd naaldbos verworven. Dit bos hebben we wél grootschalig gekapt. Om de schade voor de bodem te beperken hebben we het tak- en tophout laten klepelen (versplinteren), wat in de jaren erna enige bescherming en voeding gaf aan het bodemleven. De aanplant op dit perceel groeit inmiddels uitstekend.

Dit perceel was rond 1985 onvakkundig ingeplant met rijen van grove den en Oostenrijkse spar, om en om. De sparren waren niet geschikt voor deze locatie en groeiden langzaam, waardoor de grove dennen teveel ruimte aan de zijkanten hadden gekregen. Onze adviseur van de Bosgroep legde uit dat deze bomen nooit meer goed hout zouden produceren en een hoog risico liepen om bij een storm massaal te breken.

Maar ook elders in het bos hebben we in 2015 grotere stukken laten kappen, om ruimte te maken voor verjonging en aanplant van nieuwe soorten. Strikt genomen paste dat in het beheerplan, maar de kapvlaktes waren in de praktijk toch erg groot. Naar aanleiding daarvan hebben we ons doel om alleen kleinschalig te kappen aangescherpt.


Waarom wij kiezen voor (o.a.) de Amerikaanse tulpenboom

Nieuwe houtsoort

Eén manier waarop we de introductie van nieuwe soorten op de houtmarkt stimuleren is door her en der in kleine groepen de Amerikaanse tulpenboom (liriodendron tulipifera) aan te planten. Deze soort is in Nederland niet nieuw, maar wordt tot zover alleen als straat- en parkboom aangeplant. 

In Noord-Amerika is tulpenboom de belangrijkste loofboom in de bosbouw: het hout is zacht, bewerkbaar en stabiel, het groeit snel en wordt gebruikt voor dezelfde doelen als grenen: pallets, kratten, multiplex en frames van meubels en wanden. De Amerikanen noemen hem de tulip tree of de yellow poplar.

Bewezen succes

Er is ook een historische reden waarom we voor deze soort kiezen. Circa 1960 heeft onze (groot)vader Hendrik Blijdenstein in een uithoek van het landgoed een aantal 'nieuwe' boomsoorten op kleine schaal aangeplant, waaronder een cluster tulpenbomen, die aanzienlijk dikker zijn geworden dan gelijktijdig aangeplante lariks en abies grandis.

Twee van deze exemplaren staan er nog. Na een oogst in 2011 zijn er in de directe omgeving verschillende zaailingen uitgekomen, waardoor er nu een bosje van tulpenbomen is ontstaan. De zaailingen groeien sneller dan alle andere soorten, inclusief de Amerikaanse vogelkers die soms andere soorten kan overwoekeren.

Klimaatkandidaat

De tulpenboom is, zeker bij een opwarmend klimaat, een goede kandidaat voor houtproductie, mede omdat hij in hoge mate resistent is tegen insecten en schimmels. Hij heeft bovendien als voordeel dat het strooisel de bodem verrijkt. Onder de twee volwassen tulpenbomen groeien soorten zoals hop en kleefkruid, die onder de naburige naaldbomen ontbreken.

Meerdere cycli

Ook waardevol is dat uit de stomp van de omgezaagde tulpenboom nieuwe scheuten uitgroeien. Dit komt ook bij beuk en eik voor, maar meestal sterven die scheuten alsnog. Bij de tulpenboom groeien de scheuten uit tot compleet nieuwe  bomen. Doordat ze een stevig wortelstelsel erven, groeien deze bomen de jaren razendsnel.

In 2011 zijn een paar tulpenbomen gekapt. Wij hebben ze vroegtijdig uitgedund tot één scheut per stronk. Bij deze exemplaren is de hoogtegroei tot zover ruim een meter per jaar geweest. Op den duur zakt de jaarlijkse groei terug naar de gebruikelijke (nog steeds forse) 50 centimeter per jaar.

Marktbevordering

Doordat de tulpenboom al lang in parken en straten wordt aangeplant, is er een klein jaarlijks aanbod van het hout van deze soort. Houthandel, zagerijen en bewerkers zijn er dus (enigszins) mee bekend. Door deze soort op net iets grotere schaal te introduceren willen wij de markt in Nederland rijp maken voor een nieuwe soort.

De tulpenboom wordt momenteel gepromoot als een klimaatbestendige en bodemverbeterende soort die je om ecologische redenen aan je bos zou kunnen toevoegen.  Wij zijn dus niet de enigen die met de tulpenboom in de weer zijn. 

Vóór de ijstijden

De tulpenboom is voor Europa geen exoot. Hij is alleen heel lang weg geweest. Tot de start van de ijstijden, 2,5 miljoen jaar geleden, groeide hij hier, net als allerlei andere boomsoorten die we nu niet als inheems herkennen. Dat bewijzen fossielen

De komst van terugkerende ijstijden verdrong bepaalde soorten, waaronder de tulpenboom, naar het zuiden. Zo ver, dat ze in heel Europa uitstierven, ook in de toevluchtsoorden waar onze dennen en eiken en beuken wel hebben 'overwinterd.'

FSC-aanplant 2021

In het voorjaar van 2021 zijn op de Biesterije in een vijftal clusters tulpenbomen aangeplant als onderdeel van een groter project. De hete droge zomer van 2022 heeft veel schade veroorzaakt, maar er zijn nog steeds veel exemplaren in leven. Naarmate ze opgroeien en dieper wortelen zullen ze beter bestand raken tegen de droogte.

Door